Re: Arnór Smárason
Geplaatst: 13-10-2008 21:27
Alsnog hele artikel
Spaarcenten naar IJsland brengen is bijzonder onverstandig, geld zetten op het IJslandse voetbal lijkt zo’n gek idee nog
niet. Waar het land in financieel opzicht voor het bankroet staat, is de koers van het aandeel voetbal stijgende. ,,Het duurt niet lang meer tot we serieus gaan meedoen, let maar eens op’’, zegt Arnór Smárason, de eerste IJslandse A-international van SC Heerenveen.
Het zal wel altijd uniek blijven: een vader en een zoon die samen deel uitmaken van de selectie van een nationaal voetbalelftal. IJsland, vanavond Oranje’s tegenstander in de tweede kwalificatiewedstrijd voor het wereldkampioenschap van 2010, beleefde de primeur op 24 april 1996. Arnór Gudjohnsen, voormalig topscorer van België en op dat moment als 35-jarige spelend bij het Zweedse Örebro, en zijn 17-jarige zoon Einar (PSV) deden weliswaar allebei mee in de bewuste oefeninterland in Talinn tegen Estland, maar niet tegelijk. Eidur verving zijn vader in de tweede helft. Tot een gezamenlijk optreden in het blauwe shirt zou het nooit komen en vader en zoon Gudjohnsen zijn daar tot op de dag van vandaag woedend
om. Achteraf bleek het om een complot te gaan. De toenmalige bondscoach Logi Olafsson had van de voorzitter van de IJslandse voetbalbond, Eggert Magnusson, het strikte bevel gekregen om vader en zoon niet gezamenlijk te laten spelen.
Magnusson wilde die primeur twee maanden later voor eigen publiek laten plaatsvinden, in Reykjavik tegen Macedonië.
Maar in mei 1996 brak Eidur zijn enkel en toen hij twee jaar later na een lijdensweg eindelijk weer terug was op niveau, was het te laat: zijn vader had een jaar eerder zijn laatste interland gespeeld.
Inmiddels is Eidur Gudjohnsen dertig jaar en heeft hij zijn vader in status overtroffen. Gudjohnsen junior is topscorer
aller tijden van de nationale ploeg en als speler van Barcelona is hij vanavond in Rotterdam de grote vedette van de blauwen. Maar in tegenstelling tot zijn vader, die in de nationale ploeg vaak een roos in een perk paardenbloemen
was, heeft Eidur Gudjohnsen een schare meer of minder getalenteerde voetballers om zich heen verzameld.
Hermann Hreidarsson (in december met zijn club Portsmouth tegenstander van SC Heerenveen in de UEFA Cup), Grétar Steinsson (ex-AZ, nu spelend bij bij Bolton Wanderers), Brynjar Gunnarsson (Reading), Emil Hallfredsson (Reggina), Arion Gunnarsson (Coventry City) en Heidar Helguson (Bolton) spelen stuk voor stuk in aansprekende competities.
En dat is dan ook juist de kracht van het huidige IJslandse voetbal, meent Heerenveen-speler Arnór Smárason
(net twintig). Waar het land in financieel opzicht voor het bankroet staat, is de koers van het aandeel voetbal stijgende.
Smárason: ,,Er is een nieuwe generatie aan het opkomen. Stuk voor stuk jonge jongens die op heel jonge leeftijd naar het buitenland zijn gegaan en daar betere voetballers zijn geworden doordat ze een goede opleiding hebben gekregen. Het duurt niet lang meer tot we serieus gaan meedoen, let maar eens op. Misschien plaatsen we ons op niet al te lange termijn voor het WK of EK.’’ IJsland heeft wat dat betreft zijn hoop gevestigd op een plan van UEFAbaas Michel Platini, die het aantal deelnemende landen aan het EK wil uitbreiden met minstens acht. Wellicht kan IJsland al voor een verrassing zorgen in de aanloop naar het WK van 2010. De tijd dat Oranje de tegenstander van het eiland op een hoop voetbalde, is voorbij. In 1973
versloegen Johan Cruijff en consorten de IJslanders op weg naar het voor Oranje zo succesvolle WK 1974 met respectievelijk 5-0 en 8-1, maar die IJslandse ploeg bestond vooral uit amateurs. Het cliché zegt het al: er zijn tegenwoordig geen kleintjes meer in het internationale voetbal. Vorig jaar hield IJsland de latere Europese kampioen Spanje in de kwalificatieronde voor dat toernooi op 1-1 en in de aanloop naar het komende WK pakte IJsland in Noorwegen een punt (2-2). Wel volgde daarna een 1-2 nederlaag tegen Schotland. Nederland kan zijn borst vanavond natmaken, weet Arnór Smárason, die overigens een volle neef is van oud-Feyenoorder en huidige assistentbondscoach Petur Petursson. De blonde ex-aanvaller – tegenwoordig aan de
weg timmerend als fotograaf - was de afgelopen week veruit de meest geïnterviewde van het stel, maar de toekomst
van het IJslandse voetbal is eigenlijk veel interessanter dan het verleden. Smárason, die in mei voor IJsland debuteerde
in een oefenwedstrijd tegen Wales, heeft zijn ogen uitgekeken op de trainingen. ,,Het niveau is echt heel hoog, hoger dan bij Heerenveen. Het verschil tussen IJsland en Nederland is echt niet zo groot als mensen denken. Iedereen denkt dat Nederland wel even van ons wint, maar we kunnen misschien wel voor een verrassing zorgen.’’
Eidur Gudjohnsen vindt het mooi, dat optimisme van de jonge Heerenveen- speler, maar de vedette is een realist. ,,Juist als de verwachtingen groter worden, blijkt vaak dat wij net niet genoeg doorzettingsvermogen hebben voor het laatste stapje. Wij presteren vooral goed als niemand iets van ons verwacht.’’ Het zou wel een stunt zijn, een IJslandse zege. Met ruim driehonderdduizend inwoners is het land dunner bevolkt dan Friesland. Het land telt niet meer dan dertigduizend voetballers,
de uitgevlogen profs inbegrepen, en heeft een bondscoach (Olafur Johannesson, een volle naamgenoot van de IJslandse president) die in geval van een mislukte kwalificatiecampagne ogenblikkelijk terug kan keren naar zijn oorspronkelijke professie van timmerman. De papieren heeft hij al. Niettemin had landskampioen Valur Reykjavik zich deze zomer bijna geplaatst voor het hoofdtoernooi van de Champions League. De club, nota bene spelend met louter semi-profs, zag die
weg versperd worden door het Wit- Russische Bate Borisov. Maar veel scheelde het niet. Wat is het geheim? Smárason, peinzend: ,,Wat meespeelt is dat IJslanders het echt een eer vinden om voor hun land te spelen. We zijn in alle opzichten een hardwerkend volk, dus ook in het voetbal. We geloven er altijd in en daar komen we heel ver mee. En natuurlijk zijn IJslanders vaderlandslievend. We zijn trots op ons land en onze mensen.’’ Spottend: ,,En op onze banken, ha ha. Nee, dat is niet best. Natuurlijk is de bankencrisis in IJsland ook bij ons het gesprek van de dag. Gelukkig staan mijn centen in Nederland op de bank…’’