Sollied: 'Spelers maken zichzelf beter'
Op 31 augustus dit jaar, één dag na de 2-0 nederlaag bij NAC Breda, nam sc Heerenveen afscheid van Trond Sollied. De Noorse trainer had enkele maanden eerder de KNVB-beker weten te veroveren met de Friezen en had Europees voetbal gehaald, maar toch volgde er ontslag. Naast de sportieve resultaten dit seizoen noemde de clubleiding vooral 'cultuurverschillen'. Zo zou Sollied te weinig communiceren, zou de selectie niet fit genoeg zijn geweest en zou de jeugdopleiding hem niet interesseren. Vandaag (donderdag) kijkt de hoofdpersoon in de Leeuwarder Courant terug op zijn anderhalf jaar durende periode in het Abe Lenstra Stadion.
Voor het eerst in 89 jaar wist sc Heerenveen afgelopen mei een tastbare prijs te winnen, de KNVB-beker. In de finale werd FC Twente na strafschoppen verslagen. Sollied erkent pas na de thuiswedstrijd tegen de Tukkers (1-1) geloof te hebben gekregen in een goed resultaat. “Vóór deze wedstrijd had ik het gevoel dat we Twente niet konden verslaan, maar ineens wist ik dat we een kans hadden. We hadden deze competitiewedstrijd moeten winnen en ik besefte: als ik erin geloof, dan kan ik ook de geest van mijn spelers beïnvloeden. Geloof ik er niet in, dan zien de spelers dat en zijn we kansloos”, kijkt de Noor terug in de Leeuwarder Courant. De trainer erkent dat Heerenveen geluk heeft gehad in de finale. “Natúúrlijk heb je bij dit soort wedstrijden a lucky day nodig. Van de tien wedstrijden wint Twente zeven keer van ons. Ik heb voor de finale gezegd: we zijn klaar met die zeven, nu zijn we bij duel nummer acht.”
Sollied kreeg vele verwijten, zo zou hij geen spelers beter maken. Ook de conditie van de spelersgroep zou ondermaats zijn geweest. Onzin, zegt de Noor. “Niemand, geen trainer, kan een speler leren voetballen. Jij noemt Tarik Elyounoussi. Die moet zichzélf beter maken. Ik kan alleen de ploeg beter maken. Ik zeg altijd tegen mijn groep: 'U moet niet op mij wachten, ik wacht op u’. Ze selecteren zichzelf. Dat doen ze bij Barcelona ook. En de spelers waren in supershape, ze konden de vergelijkingen doorstaan met de fysieke tests uit de periode Gertjan Verbeek. We deden tests in het ziekenhuis en werkten met hartslagmeters – daarmee was ik twintig jaar geleden als speler van Rosenborg de eerste. Geloof me, daarmee kun je niet faken.”
Wel erkent Sollied dat het voetbal zeer wisselvallig was. “Wat ons voetbal betreft: soms was het super, soms modaal, soms niet goed en één keer, de 6-0 nederlaag bij FC Twente, een catastrofe. We misten creatieve spelers die iets konden openbreken in het zestienmetergebied van de tegenpartij. Maar als je ziet wat Heerenveen de laatste jaren heeft verkocht! Dat is niet zo snel aan te vullen uit je eigen jeugd, dan moet je kopen, reproduce skills. Om precies te zijn: drie spelers met extra kwaliteit.” Bryan Ruiz is één van de spelers waarop de Noor zou kunnen doelen. “Luister, ik heb er geen problemen mee dat Ruiz niet kwam. Ik speel geen monopoly, dat is mijn taak niet. Maar ik zei: als Pranjic vertrekt (naar Bayern München, red.), dan is Ruiz de ideale man. Hij kan op zoveel posities spelen! Dan hoef je er dus niet drie te kopen.”
Sollied is van mening dat het bestuur hem bijna blindelings had moeten vertrouwen op dit gebied. “Ik hoef achteraf mijn gelijk niet te halen, maar in de top is timing cruciaal. En ik weet dat ik het Fingerspitzengefühl heb om te weten welke speler het team direct beter maakt. Vergelijk het maar met speculeren op de beurs. Je moet het zien voordat anderen het zien. Toen we vorig jaar tegen Vitoria Setúbal speelden, zei ik dat Aly Cissokho een versterking was. Die jongen moest twee ton kosten. Hij is later naar FC Porto gegaan en nu heeft Olympique Lyon hem voor €15 miljoen overgenomen. Als trainer van Club Brugge raadde ik het bestuur aan pijlsnel Yaya Touré van Beveren te kopen. Die speelt nu bij Barcelona.”
De Noor, die meent dat een aantal personen (o.a. Riemer van der Velde, Foppe de Haan en Bert Pfijffers) in de spiegel moet kijken, staat nog altijd volledig achter zijn werkwijze. “Natuurlijk deed ik het op mijn manier, dat moet ook. Denk je dat Guus Hiddink dat niet doet? Ik kan niets met het verwijt dat ik te weinig betrokken was bij de jeugdteams. Ik richtte me op mijn taak: het eerste elftal. Dát is als club je product, daarvan moet iedereen die in het stadion werkt leven. Het is simpel: de focus van de hoofdcoach ligt bij de eerste twintig spelers, zij die de prestaties moeten leveren. Als je aan de verkeerde kant begint, verspil je energie. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet wist wat er gaande was bij de jongere spelers, come on. Ik volgde de talenten met ernst. Via mijn mensen.”
Heerenveen wilde onder Sollied omhoog, maar volgens de Noor is dat geen eenvoudig proces. “Ik heb nooit gezegd dat ik Heerenveen naar de eerste plaats zou leiden en dat de club daar dan ook vijf jaar zou blijven”, stelt Sollied. “Het neemt tijd om een cultuur te veranderen. Een voorbeeld: we konden gaandeweg het seizoen de tweede plaats pakken. Op dat moment zag ik dat de spelers daar net niet goed genoeg voor waren. Hoe dichter je bij de top komt, hoe meer het om het mentale aspect gaat. Sommige spelers zijn daar niet voor gemaakt. Dat wil niet zeggen dat het slechte spelers zijn, maar hoe meer het op winnen aan komt, hoe nerveuzer ze worden. Zolang het nergens om gaat, kunnen ze fantastisch zijn, maar het extra stapje naar de top zal altijd uitblijven.’’
Sollied weet welk type selectie er nodig is. “Ik zie meteen of een speler een hoger niveau kan halen. Die pik ik er ogenblikkelijk uit. Ik heb altijd tegen het bestuur gezegd: ik wil alleen spelers die veel beter zijn dan die we al hebben. Ik hoef niet tien spelers, ik wil kwaliteit. En je moet niet twijfelen als ik iemand aanbeveel.’’ De Noor heeft wel een idee waarom het contract vroegtijdig is beëindigd. “Ik dacht dat ze meer wilden. Op gebied van marketing en sponsoring is Heerenveen top in Nederland. Wat de club uit zo’n kleine gemeenschap weet te halen, is werkelijk magnifiek. Maar de sportieve stap omhoog vraagt om extra input. Als je naar de top wilt, dan heeft dat consequenties voor iedereen binnen de club. Je kunt wel zéggen dat je die ambitie hebt, maar dat is niet genoeg. Je moet je plannen op papier zetten. Dat heb ik bij Heerenveen nooit gezien. En een trainer kan het niet alleen veranderen, het is teamwork.”
Uiteraard heeft Sollied negatieve gevoelens overgehouden aan zijn eindperiode bij sc Heerenveen. “Natuurlijk ben ik teleurgesteld. Ook in mensen, ja. Maar ik ben niet beschadigd, want ik heb geleerd dat het in het leven loopt zoals het loopt. Als ik over straat loop, word ik vaak aangeklampt, door jong en oud. En dan zeggen ze: ‘We snappen niets van je ontslag’. Ik ben geestelijk en financieel onafhankelijk en lig nooit wakker van voetbal. Door veel van de wereld te zien heb ik geleerd dat niets zwart-wit is. Er is een regenboog en zodra u dat beseft, kunt u de kleur kiezen die het best bij u past. Het leven is een reis en ik ben de man die nu weer verder trekt. Met maar één doel: ik wil gelukkig zijn, vandaag. Want morgen kun je dood zijn.’’