Na Feyenoord is ook Sparta één van haar giganten verloren
Zonder Van Ede is Sparta Sparta niet meer
Met het overlijden van Tonny van Ede ontvalt Sparta Rotterdam een grote held. Na -of misschien wel samen met- Bok de Korver was Tonny de grootste Spartaan ooit. De personificatie van onze club: traditie, beschaafdheid, historie, liefde en kracht. Hieronder de tekst die we in 2008 schreven over Sparta's beste naoorloogse voetballer.
Zondag 30 maart 2008. Zie hem lopen. Hij poogt de kampioenschaal van het voetbalseizoen 1958/1959 omhoog te houden. Boven het hoofd die schaal. En dan heen en weer. Zoals dat gebruikelijk is bij het vieren van een kampioenschap. De aanvoerder van het beste voetbalelftal van het jaar 1958/1959 komt met de schaal net iets boven zijn borst. En zijn ereloop gaat voetje voor voetje. Maar niemand klaagt. Integendeel, de gang van de middenstip naar de Denis Neville-tribune, in de rust van jubileumwedstrijd Sparta – Willem II, kan de supporters niet lang genoeg duren. Het lijkt voor de toen al 83-jarige Tonny van Ede te voelen als die oude vertrouwde triomfen uit de jaren vijftig en zestig. Toegejuicht worden, omdat je de beste van Sparta en van Nederland bent. ‘Kampioenen, kampioenen’, klinkt het uit jonge kelen voor het hele team op leeftijd. Een klaterend, minutenlang applaus. Het volledig uitverkochte stadion heeft kippenvel en toont diep respect voor het hele kampioensteam. Maar een beetje extra respect voor Tonny. Wat een gigant.
Tonny van Ede, geboren op 22 december 1924, werd als 11-jarige jongen al lid van Sparta. Ten tijde van de tweede wereldoorlog werden vele Rotterdamse mannen gevangen genomen en te werk gesteld in Duitsland. Van Ede ook. Een zwarte periode in zijn leven, waar hij zijn hele leven nachtmerries van heeft gehouden. Onverwerkt oorlogsleed noemde Hugo Borst het in Hard Gras, december 2007. Van Ede wist te vluchten uit de gevangenis in Duitsland en werd lid van de in Engeland gevestigde Prinses Irenebrigade. In 1946 keerde Van Ede terug naar Rotterdam en terug naar Sparta. Voor onze club speelde hij eerst nog in het zesde, om via het tweede vanaf 1947 voor Sparta 1 uit te komen.
Eén van zijn eerste heldendaden bij onze club was in 1949. Tijdens de heroïsche wedstrijd in en tegen ZFC Zaandam. Met zijn winnende doelpunt een kwartier voor tijd zorgde spits Van Ede dat Sparta behouden bleef voor de Hoogste Klasse (toen was er nog geen betaald voetbal). Sparta werd in die wedstrijd gesteund door 2000 Rotterdammers die met 49 bussen van het Nieuwsblad naar de wedstrijd kwamen. Daarna, op de Coolsingel, werd Sparta door duizenden aanhangers ingehaald alsof zojuist het kampioenschap was behaald.
Met Louis Benningshof vormde Van Ede in de jaren vijftig en zestig een gevaarlijke tweespan dat namens Sparta voor veel doelpunten zorgde. Hij was de eerste echte krijtvoetballer – stijf aan de lijn spelend, zijn mannetje passerend, die helemaal doldraaiend en telkens weer, als een schicht, dat kunstje herhalend. De ‘Rotterdamse Stanley Matthews’ beleefde één van zijn mooiste momenten met Sparta in 1959. Als gevolg van het kampioenschap speelde Sparta in de Europacup 1 en kwam uit tegen de fullprofs van Glasgow Rangers. Sparta won op Ibrox-park voor het oog van 83.000 toeschouwers, onder wie 100 Spartanen met 0-1. Doelpunt: Tonny van Ede. Na de wedstrijd waren de telefoonlijnen van alle Rotterdamse kranten overbelast omdat duizenden Spartanen de uitslag wilden weten. De beslissingswedstrijd op Highbury in Londen werd echter in de stromende regen verloren. Duizenden Spartanen zagen die wedstrijd live.
Op 12 juni 1962 is er weer sprake van een glorieus moment van Sparta en in het verlengde van Tonny van Ede. Sparta won de KNVB-beker van DHC uit Delft voor het oog van 12.000 toeschouwers met 1-0.
Helaas zijn de statistieken uit die periode niet altijd even betrouwbaar, waardoor cijfers nogal uiteen lopen. Maar Van Ede speelde voor Sparta rond de 530 competitiewedstrijden, scoorde circa 100 goals en kwam diverse malen uit voor vertegenwoordigende elftallen. Hij werd in 1963 erelid van Sparta en speelde daarna nog veelvuldig wedstrijden voor oud-Sparta.
Sparta, Sparta, Sparta en Sparta. Tonny van Ede in Het Parool in 1963: “Sommige spelers kan ik niet begrijpen. Als ze er de kans toe krijgen dan zouden ze ieder jaar wel weer naar een andere club getransfereerd willen worden om er maar een paar tientjes rijker van te worden. Ze vergeten dat ze, door zich bij een club populair te maken, heel wat bruikbare goodwill, die voor hen in lengte van jaren revenuen afwerpt, kunnen kweken.”
Dat Tonny van Ede een held is, moge duidelijk zijn. Niet voor niets heeft hij een tegel in de Rotterdamse Walk of Fame. En terecht. Als er één de beste speler van Sparta ooit mag worden genoemd is het Tonny van Ede. Het is dat we nóg een grootse Spartaan hadden. Maar Van Ede had net zo goed op de eerste plek van de Top 60 Aller Tijden kunnen staan. Hij is Sparta’s levende legende. De oude schicht. En nog steeds elke thuiswedstrijd aanwezig. Voor aanvang van de wedstrijd zit hij in de bestuurskamer op de eerste verdieping van het hoofdgebouw. In zijn stoel, beschaafd, met zijn verouderd gezicht, zijn glimlach en zijn krachtige handdruk. Hij is de personificatie van Sparta Rotterdam. Traditie, beschaafdheid, historie, liefde en daar uit voortkomend: de kracht.
Toch is zijn aftakeling begonnen. Heel even mocht hij opleven in de rust afgelopen zondag, met die kampioensschaal in zijn handen. Maar zelfs Tonny van Ede heeft niet het eeuwige leven. Zijn lichaam functioneert nog, zijn hoofd niet meer. “Het hoofd doet niet meer mee. Van binnen zit vermolmd hout. Alzheimer.” (Uit Hard Gras). Zijn vrouw Gonnie heeft het er moeilijk mee. Tonny zelf heeft het niet zo door. Hij vindt alles goed, goed. Op vragen, op herinneringen, alles is goed, goed. En dat is het ook: goed, goed. Hij was het ook; goed, goed. Als voetballer zelfs veel beter dan zomaar goed. Zolang Tonny van Ede leeft, blijft Sparta bestaan. En jaren nog hierna. Maar zonder Van Ede is Sparta niet helemaal Sparta meer.
Bron: ITWM.nl