Trond Sollied: ‘Ik kom niet om vierde te worden’
25 maart 2008
sc Heerenveen heeft de Noor Trond Sollied aangesteld als de opvolger van Gertjan Verbeek. Met Sollied haalt de Friese club een internationaal gelouterde trainer in huis. De oud-speler van Rosenborg en Noors international was uiterst succesvol als clubtrainer. Sollied heeft vijf nationale titels en een aantal bekersuccessen achter zijn naam staan. Ook met sc Heerenveen wil Trond Sollied prijzen winnen. ,,Ik kom niet naar Friesland om vierde te worden.’’
Wanneer zijn de contacten tussen u en Heerenveen tot stand gekomen?
,,In januari hebben we voor het eerst contact gehad. Ik kende Heerenveen al van naam. Noren zijn schaatsliefhebbers en dus ben ik op de hoogte van het bestaan van Heerenveen en Thialf. Ook in de voetballerij staat Heerenveen goed aangeschreven. De club speelt mooi voetbal en presteert ook in Europees. Heerenveen is qua club te vergelijken met AA Gent. Het is een stabiele subtopper die, mits in goeden doen, zich kan scharen tussen de top.’’
Bij Heerenveen hebben veel Scandinaviërs gespeeld. Ook nu nog is een groot aantal spelers afkomstig uit Scandinavië. Beschouwt u dat als een voordeel?
,,Ik weet niet of dat een voordeel is. Het belangrijkste is dat je met goede spelers mag werken en dan maakt het niet uit waar ze vandaan komen. Het is van belang dat spelers beter willen worden en prijzen willen winnen. Dat is de basis om te presteren. Mijn uitdaging is de ploeg nog beter te maken, maar in Nederland wint niet altijd de beste. Met het systeem van de play-offs kun je een goed seizoen in één duel verspelen. AZ speelde afgelopen seizoen super, maar bleef met lege handen staan. In mijn beleving mag dat niet. Het systeem doet geen recht aan de prestaties over een heel seizoen.’’
De play-offs staan ter discussie en gaan mogelijk verdwijnen of krijgen een andere opzet
,,Dat is goed. Play-offs horen niet in het voetbal thuis. Wie play-offs wil zien moet maar naar het ijshockey gaan. Als voetbalbond kun je in mijn optiek niet achter het systeem van play-offs staan.’’
U heeft als trainer al veel prijzen gewonnen. Heerenveen was met twee bekerfinales dichtbij, maar won nog nooit een prijs. Wat is het geheim? Waarom wint u prijzen en andere trainers niet?
,,Daar kan ik geen pasklaar antwoord op geven. Ik heb een bepaalde werkwijze en wijk daar niet vanaf. Voetbal is een teamsport, een collectief spel van elf tegen elf, maar ik breng het terug naar één tegen één. Iedere speler moet weten wat zijn taak is, offensief, maar ook defensief. De omschakeling is erg belangrijk. Ik train veel op details, probeer overal op het veld twee tegen één situaties te creëren. Dat kan alleen vanuit het collectief. Het collectief is het belangrijkste, maar het individu kan bepalend zijn. Als een wedstrijd op slot zit kan de individuele klasse van één speler net voor dat beetje extra zorgen om de beslissing te forceren.’’
U traint veel op details, spelhervattingen en standaardsituaties. Is dat wat het huidige topvoetbal vraagt?
,,Het is bittere noodzaak. Details kunnen de doorslag geven. Iedere ploeg is fysiek goed voorbereid dus zijn er maar een paar momenten in een wedstrijd die bepalend zijn. Die moet je herkennen en weten te benutten. Als de individuele klasse niet toereikend is, kun je altijd terugvallen op het collectief. Dat maakt je minder kwetsbaar. Mijn elftal speelt onvoorspelbaar en de doelpunten zijn afkomstig van verschillende spelers. Zo hoort het. De tegenstander moet nooit weten waar de dreiging vandaan komt.’’
Ook fysiek en conditie zijn belangrijke componenten van het huidige topvoetbal. Heerenveen heeft op het gebied van conditie- en krachttraining, maar ook de medische begeleiding van voetballers, de naam vooruitstrevend te zijn. Er wordt samengewerkt met universiteiten om de voetballers beter en sterker te maken. Past dat bij uw visie.
,,Techniek en snelheid zijn het allerbelangrijkste, maar fysiek en conditie zijn van groot belang. Er moet een juiste balans zijn tussen atletisch vermogen en kracht en een voetballer moet negentig minuten kunnen gaan. De aanpak van Heerenveen sluit aan bij mijn visie. In Noorwegen heb ik ook met hogescholen en universiteiten samengewerkt. Ik heb aan onderzoeken meegewerkt en daar kwam uit dat onze trainingsaanpak uitstekend was. Op conditioneel gebied haalden we zelfs de beste resultaten. Ik kom echter niet om alles rigoreus te wijzigen. De aanpak van Heerenveen heeft zich bewezen. Wie ben ik dan om dat te veranderen? Als je als nieuwkomer alles wilt veranderen zeg je in feite dat je voorganger het niet goed heeft gedaan. Bij Heerenveen heeft men verstand van zaken. Ze moeten op de ingeslagen weg verder gaan. Continuïteit is erg belangrijk.’’
U staat bekend als een trainer die houdt van aanvallend voetbal en als een overtuigd aanhanger van het 4-3-3-systeem. Is het systeem heilig voor u? Bij Heerenveen spelen ze de laatste twee seizoenen met twee spitsen. Gaat dat veranderen?
,,Ik houd van aanvallend voetbal en risico’s nemen, vooral als de situatie daar om vraagt. In principe vind ik 4-3-3 het beste systeem, maar dat moet in de voorbereiding blijken. Toen ik voor de tweede maal bij Gent kwam speelden ze 4-4-2. In de oefenperiode konden we geen doelpunten maken. Nadat we met drie spitsen gingen spelen veranderde het elftal in een voetbalmachine. Het systeem is niet heilig, maar wel de stijl van voetballen en die moet in mijn ogen offensief gericht zijn. Een formatie moet altijd kunnen veranderen, ook in een wedstrijd. Als bijvoorbeeld de backs van de tegenpartij niet inschuiven, kun je met vijf middenvelders gaan spelen. De stijl van voetbal verandert niet. Ik wil op balbezit spelen, het spel bepalen en overal op het veld moeten driehoekjes zijn zodat je de bal in één tijd kunt verplaatsen.’’
U heeft Heerenveen tegen PSV in actie gezien. Wat was uw indruk van het elftal?
,,Heerenveen speelde erg goed. Het was jammer dat Gomes zo goed keepte, want ze verdienden het om te winnen. Heerenveen is aanvallend sterk, dat zie je ook terug in het aantal doelpunten. De kracht van het team is de combinatie van het collectief gekoppeld aan individuele klasse. Ik was positief verrast dat ze in Eindhoven zo aanvallend durfden te spelen. Dat sluit aan bij mijn visie. Des te meer je durft, des te groter de kans op lange termijn dat je successen afdwingt. Je moet tot het uiterste durven gaan. Alleen op die manier leer je de mogelijkheden, maar ook onmogelijkheden van een elftal kennen. Als niemand zich kan verschuilen, komt de zwakste schakel vanzelf boven.’’
Wat vindt u van het Nederlandse voetbal?
Nederlanders willen altijd aanvallen en winnen. Dat is hun kracht. In vergelijking met Belgen durven Nederlanders meer. En zoals ik al zei, als je geen risico’s durft te nemen, leer je nooit de grenzen van je mogelijkheden kennen. Dat is in België niet alleen in het voetbal het geval. Belgen zijn van nature behoudend, nemen de positie van underdog in en voelen zich snel de mindere. Ik denk dat de top vijf van België moeiteloos mee kan in de Nederlandse competitie, maar het grootste verschil blijft de aanpak. In Nederland is de wil om te winnen altijd aanwezig. Bij de Belg niet. Dat zit opgesloten in de landsaard.’’
De Belgische mentaliteit is niet de uwe en toch bent u via Olympiakos Piraeus voor de tweede maal bij Gent terecht gekomen.Hoe moeten we dat rijmen?
,,Ik heb een Belgische vrouw en de president van Gent is een goede vriend. Op het moment dat de club in de problemen verkeerde en bij mij aanklopte, heb ik besloten te helpen.’’
U heeft in Noorwegen, België en Griekenland gewerkt. Hoe past Nederland in dit rijtje?
,,Het verschil tussen Noord- en Zuid-Europa is groot. De manier van spelen en de voetballers maken niet het verschil. De beleving van de supporters en media is in een land als Griekenland veel intenser en maakt het leven van een trainer zwaar. Het was een prachtige en leerzame tijd in Griekenland, maar de benadering in landen als Noorwegen en België en ik verwacht ook Nederland, is totaal verschillend. Griekse journalisten zijn te veel supporter van de club. Ze zijn zo fanatiek dat ze emotioneel betrokken raken en niet meer objectief zijn. In Noord-Europa kun je rustig werken en bouwen aan een elftal. In Griekenland regeert de waan van de dag. Situaties kunnen van uur tot uur veranderen.’’
Heeft die sfeer uw manier van werken beïnvloed?
,,Nee. In het voetbal moet je kunnen relativeren. Als het op de club minder gaat, zal mijn gezin daar nooit last van hebben. Ik neem mijn werk niet mee naar huis. Dat zijn twee gescheiden werelden. Je moet afstand nemen om helder te kunnen blijven denken en de juiste beslissingen te nemen. Niet iedereen ziet wat jij ziet en daar moet je in blijven geloven. Ik ga mijn eigen weg, laat me nooit beïnvloeden. Je moet doen waar jij in gelooft, anders zul je nooit succes hebben.’’
Ook in Friesland wordt op succes gehoopt en gerekend.
,,Daar heb ik geen moeite mee, ik kom niet om vierde te worden. Ik denk in prijzen. Gezien de gesprekken die ik met de clubleiding heb gevoerd is dat mogelijk. Heerenveen is ambitieus en beschikt over een kwalitatief goede spelersgroep.’’
Heeft u spelersgebied wensen of eisen ingeleverd bij de directie?
,,Nee. Ik heb als trainer nog nooit om spelers gevraagd en heb met de clubleiding niet over spelers gesproken. Ik ken het standpunt van de club. Heerenveen wil groeien en zich gericht versterken. Daar is geld voor, maar geld moet je verstandig gebruiken. In mijn ogen is het budget van een club nooit bepalend. De menselijke knowhow is van groter belang. Je moet weten hoe je een club moet runnen. Geld uitgeven is simpel, op de juiste manier geld uitgeven is moeilijker. Een kwalitatief mindere selectie kan, als er een klik tussen de spelers ontstaat, beter presteren dan een kwalitatief betere spelersgroep. Het is de kunst om die klik te bewerkstelligen.’’
U neemt uw eigen assistent, Chris van Puyvelde mee. Wat is de kracht van de combinatie Sollied en Van Puyvelde?
,,Wij hebben elkaar bij toeval leren kennen, maar er is een bepaalde chemie tussen ons. Hij heeft vertrouwen opgedaan in het buitenland en is on-Belgisch gaan denken. Assistenten hebben een eigen taak en nemen een deel van de training voor hun rekening. Er is steeds afwisseling tussen actief trainen en observeren. De training is erg belangrijk. Door samen goed naar de training te kijken kun je bijstellen en beoordelen wie wel of niet moet spelen. Als je niet goed traint, kun je in de wedstrijd niet presteren.’’
Bent u een trainer die spelers lange tijd vertrouwen geeft, of grijpt u snel in als het niet loopt?
,,In voetbal heb je te maken met mindere dagen. Dat is normaal. Je kunt iemand die niet presteert niet eeuwig laten staan. Drie wedstrijden op rij vind ik in voetbal al behoorlijk lang. Aan de andere kant, als je speelt, moet je ook de kans krijgen om je te bewijzen. De wedstrijd alleen is niet bepalend. Op de training zie ik alles. Op het trainingsveld valt een basisplaats te verdienen. Ik kijk met mijn eigen ogen naar het spel en zal voor de buitenwereld wel eens verrassende beslissingen nemen. Dat komt ook omdat ik me bij de keuze van spelers soms laat leiden door mijn fingerzpitzengefühl.’’
Het seizoen begint niet ideaal. De kans is groot dat een groot aantal spelers van Heerenveen naar Peking gaat.
,,Daar ben ik niet blij mee. Ik weet nog niet alles van deze situatie, maar het kan toch niet zo zijn dat een club als Heerenveen die veel goede jonge spelers opleidt, de dupe wordt van haar eigen beleid. Ik vind dat de bond met een passende oplossing moet komen.’’
Tot slot. U kunt met AA Gent nog een prijs winnen. In de return van de bekerwedstrijd tegen Standard Luik heeft Gent aan een 0-0 gelijkspel voldoende om de finale te bereiken.
,,Het zou mooi zijn om afscheid te nemen met een prijs. Standard heeft dit seizoen nog nooit van ons gewonnen. We hebben 0-0 en 1-1 gespeeld. Het wordt tijd dat we nu eens een keer winnen.’’