Altijd feest en spektakel op ‘Brusselse kermis’
Deventer - ‘Jagen, jagen, jagen.’ In de jaren dat de gisteren overleden trainer Henk van Brussel aan het roer stond van Heerenveen daalden die woorden tweewekelijks vanaf de tribunes van het Gemeentelijk Sportpark, het oude Abe Lenstrastadion. Henk van Brussel en het Friese publiek was een twee-eenheid. Het publiek wílde spektakel, Van Brussel bood spektakel.
Johan Vellinga
Van Brussel leidde Heerenveen van 1980 tot en met 1985. In zijn vijf seizoenen stond hij aan het allereerste begin van de wederopstanding van de club na de succesvolle periode in de jaren veertig en vijftig onder leiding van Abe Lenstra. De oefenmeester zette sc Heerenveen terug op de voetbalkaart. Van Brussel predikte als coach aanvallend voetbal. De bal mocht niet naar achteren gespeeld worden en er moest hard gewerkt worden. Tegen Johan Derksen van Voetbal International zei hij bij zijn komst in 1980 bij Heerenveen: ,,Ik hou van een ouderwetse voetbalsfeer, een prettige discipline. Boetes komen in mijn boekje niet voor. Er mag gezellig een pilsje worden gedronken, maar er moet op tijd worden gewerkt.”
Het was Henk van Brussel ten voeten uit. Zijn speelstijl werd in Fryslân bekend als de ‘Brusselse kermis’. De geboren Rijssenaar hield van het aanvallende voetbal en was van mening dat voetbal voor het publiek gespeeld diende te worden en niet voor de bestuursleden. Het Heerenveen-publiek genoot, want als de pompeblêdenformatie in eigen stadion aantrad, gebeurde er altijd wat.
,,Het was een man die nooit iets te veel was.” Oud-Heerenveen-voorzitter Riemer van der Velde spreekt met veel warme gevoelens over Henk van Brussel. Hij maakte de trainer alle vijf jaren bij de Friese club mee. De eerste drie als supporter, de laatste twee als voorzitter. ,,Een heel gedreven man die altijd ongelooflijk zijn best deed. Vast zetten en gas geven hè. Met beperkte middelen wist hij toch altijd een heel aardig elftal het veld in te sturen.”
De werkwijze van Van Brussel bleef niet zonder resultaten. In de seizoenen 1980-1981 en 1981-1982 drong Heerenveen door tot de nacompetitie. Beide keren liep de club promotie net mis, maar de trainer zorgde er wel voor dat het Friese Haagje sinds lange tijd weer volstroomde. Financieel gezien stond het water de club echter tot aan de lippen.
In 1983 - de club zit met een tekort van ruim anderhalf miljoen gulden - treedt Riemer van der Velde aan als voorzitter van de club. Onder zijn leiding wordt er flink gesaneerd. Dure spelers moeten wijken. ,,Toen ben ik samen met Henk de hele regio afgestruind op zoek naar talent. Toen kwamen jongens als Cor Elzinga, Pieter Bijl, Gertjan Verbeek en Maarten de Jong bij Heerenveen.”
Met jonge spelers weet Van Brussel bijna voor een stunt te zorgen. De coach staat met Heerenveen met Pasen bovenaan in de eerste divisie. Dan moet de club enkele wedstrijden snel achter elkaar spelen en zakt de ploeg. ,,Van die tijd stamt wel de Brusselse kermis”, weet de oud-voorzitter. ,,We hebben toen zelfs een plaatje opgenomen.”
Van Brussel zorgt er ook voor dat Heerenveen voor het eerst overwintert in het buitenland. De selectie reist af naar Roemenië om in Boekarest te spelen tegen Steau Boekarest. ,,Dat was toen nog in de tijd van Ceausescu”, weet Van der Velde. ,,Bij rust stonden we 2-0 achter. Cor Portijk scoorde nog twee doelpunten daarna.”
Van der Velde roemt Van Brussel om diens betrouwbaarheid. ,,Hij was hartstikke trouw en hem was nooit iets te veel. Dag en nacht met de club bezig en altijd aanwezig op sponsoravonden. Let wel, dat was wel in de tijd dat trainer nog niet zoveel verdienden. Nee, een heel sociaal en aanwezig persoon.” Van Heerenveen hoefde de trainer in 1985 ook niet weg. ,,Hij had bij ons een netjes salaris. Maar De Graafschap kwam met een stevig contract.”
Van Brussel was een voetballer man met een Go Ahead Eagles-hart. Hij haalde in de jaren vijftig het eerste elftal van de club (tweede divisie) en maakte deel uit van de ploeg die in 1963 promotie afdwong naar de eredivisie. In 1964 vertrok hij naar Zwolsche Boys. Na zijn voetballoopbaan ging hij als coach aan de slag bij onder meer Kon. UD en Daventria. Daarna was hij tussen 1971 en 1979 assistent-trainer bij Go Ahead Eagles. Diverse keren nam hij het roer over na het vertrek van een hoofdtrainer. Op 30 april 1978 slaagde hij er met de club in om in de eredivisie te blijven. FC Amsterdam wordt met 2-0 verslagen.
Eind jaren zeventig heeft Van Brussel succes als trainer van hoofdklasser Rohda Raalte. Hij maakt de club tweemaal kampioen van de hoofdklasse. Het levert hem zijn eerste echte trainersschap op in het betaalde voetbal. In het najaar van 1980 neemt hij de taken over van de ontslagen Jan Teunissen. Een half jaar later wordt zijn goede vriend Henk Schulten aangesteld als manager. Het is de eerste aanzet tot een bloeiperiode van de club. Na Heerenveen coacht hij De Graafschap. Ook heeft hij FC Groningen en Heracles onder zijn hoede. Als hij stopt als trainer is Van Brussel nog jarenlang actief als scout voor Go Ahead Eagles. Tot vlak voor zijn overlijden was hij nog regelmatig op De Adelaarshorst te vinden.